Grote bedrijven zien steeds meer mogelijkheden om 3D-printers in te zetten voor goedkope en snelle bediening van klanten. Van Barbie tot Ford.

Het inpassen van de technologie van 3D-printen, waarbij een object op een computer wordt ontworpen en in laagjes plastic, metaal of een composiet wordt uitgeprint, zet traditionele multinationals aan het denken over nieuwe toepassingen.

Zakenkrant The Wall Street Journal schetst vrijdag diverse toepassingsmogelijkheden.

Zo wil Ford experimenteren met een dienst waarbij klanten die een nieuw auto-onderdeel nodig hebben, zoals een cilinderkop, een code krijgen waarmee ze dit met een plaatselijke 3D-printer binnen een paar uur of zelfs een paar minuten kunnen laten maken.

Maar ook speelgoedbedrijf Mattel is gecharmeerd van 3D-printers. Veel onderdelen van speelgoed worden al met 3D-printers gefabriceerd, inclusief topmerk Barbie.

In theorie zou Mattel klanten ook thuis poppen en ander speelgoed kunnen laten uitprinten op goedkope 3D-printers, maar daar wil het bedrijf nog niet aan. De woordvoerder stelt tegenover de WSJ dat de veiligheid van het speelgoed dan niet gegarandeerd kan worden. "Dat is iets dat voor de hele industrie speelt."

3D-printen in Nederland

In Nederland zijn er overigens al diverse startup-bedrijven die zich hebben gestort op 3D-printen voor thuisgebruik. Zo richt Ultimaker uit Geldermalsen zich op 3D-printers van pakweg iets meer dan 1.500 euro, waarmee je diverse objecten kan uitprinten.

Grote ambities heeft ook het bedrijf 3D-hubs, dat zich wil profileren als digitaal bemiddelingsbureau. Particulieren die zelf ontwerpen maken, maar geen 3D-printer hebben, kunnen hun ontwerp opsturen naar 3D Hubs, zo schetsen de oprichters vrijdag in het Financieele Dagblad. 3D Hubs zorgt er dan voor dat ontwerpen uitgeprint kunnen worden bij andere particulieren die wel een 3D-printer hebben.

 

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl